Veel belangstelling voor avond over veranderingen in de zorg

16 juni 2014 om 00:00 Lokaal nieuws

SCHERPENZEEL - Krijg ik na 1 januari 2015 nog dezelfde hulp? Waar moeten we straks naar toe met hulpvragen? Wie bepaalt welke hulp men krijgt? De gemeente werd vorige week bestookt met dit soort vragen tijdens de informatieavond over de veranderingen in de zorg die men had georganiseerd in Huis aan de Wei.

Wethouder Henk Vreeswijk constateerde dat de grote opkomst van belangstellenden, ondanks het prachtige weer, bewees dat er veel behoefte is aan informatie over hoe de gemeente de nieuwe taken straks gaat uitvoeren. Een echt volledig antwoord hierop kon echter ook op deze avond nog niet worden gegeven, omdat er ook bij de gemeente nog veel onduidelijkheid is over de overdracht van taken vanuit het Rijk. Per 1 januari 2015 worden de gemeenten verantwoordelijk voor drie nieuwe beleidsvelden: de Jeugdwet, langdurige zorg (AWBZ), Wmo en de Participatiewet. Op dit moment heeft er bij de centrale overheid alleen definitieve besluitvorming plaatsgevonden over de Jeugdwet, waarin de jeugdzorg wordt geregeld. In de jeugdzorg krijgen kinderen, jongeren en hun ouders gedwongen of vrijwillige hulp bij opgroei- en opvoedproblemen. Ook jeugdige criminelen vallen onder de jeugdzorg.

In de langdurige zorg wordt de zorg voor ouderen en chronisch zieken zo omgevormd dat mensen langer thuis kunnen wonen. Gemeenten en zorgverzekeraars worden meer verantwoordelijk voor de hulp die mensen thuis krijgen. Daarbij zal meer dan in het verleden gekeken worden naar hoe men het in eerste instantie zelf kan oplossen of een beroep kan doen op hulp van familie of het sociale netwerk. De instellingszorg wordt beperkt tot mensen die een indicatie krijgen voor de hoogste zorgcategorie. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) regelt dat mensen met een beperking ondersteuning kunnen krijgen. Met de Participatiewet (Wet Werk en Bijstand, Wet Sociale Werkvoorziening en Wajong) wil men bereiken dat iedereen naar vermogen aan het werk geholpen wordt dan wel een tegenprestatie voor zijn of haar uitkering levert.

De overdracht van taken gaat gepaard met flinke bezuinigingen op de verschillende budgetten. Hoe die bezuinigingen uitpakken is echter nog steeds onduidelijk. Zo is het bedrag, wat de gemeente gaat krijgen voor de uitvoering van de Jeugdwet, al meerdere keren gewijzigd. Wat het uiteindelijke bedrag gaat worden en waarop dit is gebaseerd is echter nog steeds onzeker. Vanwege de privacy wetgeving heeft de gemeente op dit moment nog geen inzicht in de aard en de omvang van de jeugdproblematiek waarvoor men straks verantwoordelijk wordt. Men verwacht op zijn vroegst in oktober 2014 de beschikking te krijgen over de namen en adressen van de mensen waarom het gaat. Dit soort onduidelijkheden bestaan ook als het gaat om de nieuwe taken op het gebied van de zorg en de Participatiewet.

De gemeente kan volgens Henk Vreeswijk op dit moment maar één ding met zekerheid zeggen en dat is dat men er in Scherpenzeel alles aan zal gaan doen om ervoor te zorgen dat iedereen na 1 januari 2015 de zorg gaat krijgen die men nodig heeft. ,,Zelfs als dit ons wat meer gaat kosten dan wij hiervoor krijgen van het Rijk'', verzekerde Vreeswijk de aanwezigen.

Men is op ambtelijk niveau druk bezig met het opzetten van de structuur voor een goede uitvoering van de nieuwe taken. Uitgangspunt daarbij is een goede coördinatie van de zorg (één gezin, één plan). Hulpvragen moeten via verschillende kanalen zoals huisartsen, scholen of rechtstreeks terecht gaan komen bij een team van deskundigen van de gemeente die zich gaat bezighouden met het zorgplan. Voor alle bestaande situaties zal 2015 een overgangsjaar worden, waarin de gebruikelijke zorg in eerste instantie gewoon wordt gecontinueerd en in de loop van het jaar samen met de betrokkenen opnieuw gaat worden bekeken.

Na een algemene presentatie was er de mogelijkheid om aan verschillende informatietafels met elkaar door te praten over bepaalde onderwerpen. Daar werd goed gebruik van gemaakt, want de bezorgdheid bij de aanwezigen over hoe het vanaf 1 januari 2015 allemaal gaat lopen was groot. Zo ook bij de vice-voorzitter van de Wmo-raad Scherpenzeel, mevrouw Vernig van Roekel. Zij liet weten dat de grootste zorg van de Wmo-raad nog steeds is dat er mensen tussen wal en schip gaan raken. Iets wat wethouder Vreeswijk getuige zijn uitspraken, met alles wat in zijn macht ligt, wil proberen te voorkomen.

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie