Flipje, het kersenmannetje uit Tiel en hoe men aan een filmstrook kon komen.
Flipje, het kersenmannetje uit Tiel en hoe men aan een filmstrook kon komen. Animaatjes.nl/Montage Gideon de Kruif

‘Tussen gier en vette melk’

26 augustus 2021 om 14:55

Deel 21G door Ot Beigelsteijn


Zo deed Reijertje de kruidenierswinkel vanaf het moment dat Kee afscheid van het leven nam en het gezin van Mien en Willem was vertrokken. Dirk senior bleef zich inzetten voor de boerderij. En dat op de ouderwetse manier. Alles met de hand; melken, boter karnen, hooien met de gaffel, het paard voor de wagen sjees en strontkar.

Later verhandelde Reiertje ook meer voorverpakte producten. Appelstroop ging niet meer over de toonbank in een stukje bruin papier maar in een glazenpotje, net zoals dat voor pindakaas en huishoudjam van ’De Betuwe’ al het geval was. 


De crisisjaren ’30 waren ook voor Anton en Reiertje geen vetpot. Om de omzet te verhogen deed zij haar best om de nieuwe producten van ‘De Betuwe’ aan de man of vrouw te brengen: Appelsap, tomatensap en zoete most onder de naam ‘Rijno’. Daarna stond in 1935 plotseling fruitbaasje Flipje Tiel met zijn koksmutsje en lijfje van glimmend rode kersen in de winkel! ‘Flipje’ werd geboren uit een betoverde framboos in Kabouterland, bedacht door reklamebureau van Alfen, die ook de naam bedacht: ‘Flipje, het fruitbaasje van Tiel’.


‘Flipje’ verscheen op alle etiketten van de glazen potjes en er zouden in de loop der jaren 50 stripverhalen van worden gemaakt. Eén van de verrassende reklameproducten waren onder andere de filmpjes van Flipje Tiel. Een papieren serie bestaande uit 8 filmpjes met avonturen van Flipje die handmatig in een speciaal daarvoor gemaakt doosje konden worden afgedraaid. Het gaf een ‘band met de klant’. En omdat Reijertje geen ‘snoepje van de week’ had zoals De Gruyter, moest zij de jongeren zien te paaien met het kersenmannetje Flipje. En dat deed ze met verve, inclusief Flapoor Olifant, Bertje Big, Jasper Aap en Juffrouw Schaap. Want de kinderen waren er dol op en drongen er bij hun ouders op aan vooral niet te vergeten om jam van de Betuwe bij Reiertje mee te nemen.


Na de Tweede Wereldoorlog was er nog niet zoveel aan de situatie veranderd. Dirk was nog steeds boer en daarnaast kerkvoogd binnen de Nederlands Hervormde Kerk en voor de buitenwacht nog steeds verknocht aan zijn geliefde strontkar. Als hij daarop zat zorgde zijn taalgebruik niet zelden voor uitbreiding van de vocabulaire van de omwonende jeugd.


In 1953 zijn Anton en Reiertje weer van elkaar gescheiden. Anders dan bij de melk in de bussen achter de boerderij boterde het blijkbaar niet! Anton ging de hort op en Reiertje bleef bij haar schoonvader, de oude Dirk. Enerzijds om hem te verzorgen, anderzijds om het winkeltje draaiende te houden.

(vervolg in deel 21H)


Bronnen: Archief Oud Woudenberg, Jubileumboek