Geert en Mariëtte voor de kathedraal in hun woonplaats Santiago de Compostella, waar pelgrims uit de hele wereld naartoe komen.
Geert en Mariëtte voor de kathedraal in hun woonplaats Santiago de Compostella, waar pelgrims uit de hele wereld naartoe komen. Geert en Mariëtte Daudey

'Het voelde in Santiago
meteen [warm en goed'

6 september 2021 om 14:10

Het echtpaar is online te zien, met een foto aan de muur waar een glimmende Rolls Royce op staat. Het is een trouwfoto, gemaakt in 2012, dicht bij Hilversum, de plaats waar zij de laatste jaren vóór de emigratie woonden.

In Spanje ontbrak de eerste tijd een auto. Daarom fietsten Geert en Mariëtte meestal door het glooiende gebied. ,,Maar het afgelopen jaar hadden we te maken met een hele strenge lockdown en mocht je maar één keer in de week boodschappen doen. Je mocht zelfs niet op de fiets, dat was wel lastig. Toen hebben we een Peugeot gekocht, maar wel een cabrio. Het weer is hier zonnig, maar ook wisselvallig, want het regent best veel. Dat wisselt elkaar af en daarom is het hier mooi groen.”


DWARSFLUIT EN KATHEDRAAL Geert groeide op in Scherpenzeel. Zijn vader was leerkracht aan de Wittenbergschool. Het gezin woonde aan de Konijnenburglaan. Hij heeft er goede herinneringen aan, omdat hij er veel vriendjes had. ,,We hebben een aantal plantsoenen flink omgespit, want daar kun je mooie hutten maken. Ik herinner me ook de vijvers. De Grebbelinie was net iets te ver, al hebben we weleens bij de bunkers gespeeld langs het Valleikanaal. Ik heb een jaar op judo gezeten, en erg vaak gezwommen in 't Willaer.” Hij bleef tot zijn twintigste in Scherpenzeel wonen.

Mariëtte heeft haar wortels in Woudenberg; ze groeide op in een woning aan De Prangelaar. Ze bezocht basisschool De Wartburg, waar ze nota bene later zelf blokfluitles gaf aan leerlingen. ,,Ik heb onderwijs en muziek gecombineerd en gaf ook les aan kinderen op een particuliere basisschool in Laren, waar ik intern ben opgeleid. Hier had ik vaak te maken met leerlingen die op andere scholen niet meer te handhaven waren. Dat was leuk en uitdagend, vooral in de bovenbouw.”

Allebei bezochten ze de middelbare school aan het Van Lodenstein College in Amersfoort, maar in die tijd hadden ze nog geen oogje op elkaar. De vonk sloeg pas later over. De jeugdclub van de Hervormde Kerk bleek een goed begin voor het eerste netwerk dat Mariëtte opbouwde. Bovendien vormde dit een basis voor een goede levenshouding, vindt ze. Geert ging naar Gereformeerde Gemeente en later bezocht hij de Hersteld Hervormde Kerk.

In Spanje stapten de protestantse Nederlanders een keer over de drempel van de Rooms-Katholieke kathedraal. ,,Hier heb je niet zoveel opties aan kerken, dan maak je een andere afweging. Santiago is een bekend bedevaartsoord. Je ervaart in deze kathedraal de rust. Ook in de roomse kerk heb je vaste onderdelen in de liturgie, zoals de geloofsbelijdenis en het Onze Vader. Bovendien konden we online Nederlandse diensten volgen. Na een jaar vonden we hier een evangelische gemeente in een dorpje verderop. Daarvan zijn we lid geworden. Als familieleden bij ons op bezoek komen, merk ik dat ze dit een mooie ervaring vinden. Er zijn wel lokale kerken die met Nederland verwant zijn, maar die bevinden zich allemaal aan de andere kant van Spanje.”


CAMINO De twee wijzen erop dat je je weg moet vinden in een heel andere cultuur als je in Spanje komt. ,,Je spreekt de taal niet en alles moet je opbouwen. De meeste mensen spreken hier geen Engels. Daarom is het slim om snel Spaans te leren. We zijn geen kluizenaars en zoeken de mensen op. De mensen zijn hier gastvrij en daar doen we graag aan mee. Als je hoort dat mensen in de stad Nederlands spreken, proberen we een praatje te maken, waarna we weleens samen op een terrasje belanden. Zo hebben we al pelgrims van de camino over de vloer gehad. Een aantal kwam zelfs uit Nederland lopen. Het gaat deze mensen vooral om de wandeling en dan te reflecteren op je eigen leven en het hoofd leeg te maken. Per jaar komen er tussen de 300.000 en 500.000 wandelaars naar onze stad.”

Geert voltooide zijn master in de chemie aan de universiteit in Nijmegen. Daarna volgde hij vanaf 2012 een promotietraject aan de Leidse universiteit. ,,Een betaalde baan van vier jaar, waarbij je leert om onafhankelijk onderzoeker te worden.” Vervolgens zocht hij een baan. Bij veel vacatures ontdekte hij echter dat de voorkeur uitgaat naar mensen met ervaring in het buitenland. Dat motiveerde hem om te solliciteren op betrekkingen in Europese landen.

Ook Mariëtte stond hier open voor. Ze kwam op de particuliere basisschool waar ze les gaf in contact met ouders die veel in het buitenland kwamen. ,,Ik ontmoette hier mensen die verder kijken dan in hun eigen kringetje. Dan merk je dat ze mooie ervaringen opdeden en een bredere kijk op het leven hebben. Dit was voor mij een groot voorbeeld.”


EIWITTEN De aankomst in Spanje staat Geert en Mariëtte nog helder voor de geest, want ze werden toch in lichte mate geconfronteerd met een cultuurshock. De bureaucratische molen in het Zuid-Europese land draait op volle toeren, of beter: in de laagste versnelling. Bij de aanvraag van een burgerservicenummer kwam een groot boek op tafel. ,,Je wordt hier letterlijk ingeschreven. De digitalisering loopt erg achter. Het gaat altijd goed op deze manier, dus waarom zou je dat veranderen? Zo denken de mensen. In Nederland is alles gericht op effectiviteit, maar als je denkt dat dit hier ook zo is: forget it!”

De baan die Geert nu in Spanje heeft, bevalt hem zeer goed. Meteen de eerste dag ving zijn baas hem op en werden de Nederlanders naar hun hotel gebracht, waar hij als tolk fungeerde. ,,De volgende dag kwamen mijn nieuwe collega’s op het laboratorium allemaal in een kring om ons heen staan. Ze boden van alle kanten hun hulp aan, dat voelde als een warme deken.”

De Scherpenzeler studeerde biologische chemie. De vakgroep waar hij werkte, zoekt naar '(verzend)methodes' om medicijnen in een lichaam goed af te kunnen leveren op een specifieke plek. ,,Daar heb ik een onderdeel van uitgezocht, hoe dat precies in zijn werk gaat. Hier gebruik je eiwitten voor. Als je die goed vorm geeft, kun je ze aan elkaar vastplakken.”


ENGELS Met die wijsheid gaat hij aan de slag in de Spaanse universiteit. Hij en Mariëtte woonden eerst in een appartement in de stad. Tegenwoordig huren ze een vrijstaand huis aan de rand van Santiago de Compostella. ,,Het is eigenlijk een villa. De getinte ramen op het zuiden zijn groot. De kachel hoeft pas in december aan.” De stad telt 90.000 inwoners, van wie er 30.000 student zijn. ,,Het bruist hier. Er komen veel studenten uit het buitenland, want ze hebben een goede bèta-faculteit.”

In Santiago komen elk jaar een half miljoen pelgrims uit de hele wereld. Daarom was de verwachting dat Spanjaarden wel een aardig mondje Engels zouden spreken, maar dat valt tegen. Op de universiteit is de officiële voertaal zelfs Galicisch, net zoiets als het Fries in Nederland. ,,Mensen zijn erg trots op hun eigen taal, omdat dit in de tijd van Franco verboden was.” Ze wijzen op de andere uitspraak van sommige letters. Zo spreek je de J uit als een G en een V is een B.

Mariëtte merkte dat de Spanjaarden de Engelse taal moeilijk vinden. Daarom zag ze hier een kans. Toen de ouders van buurmeisjes vroegen of zij haar les kon geven, greep de Woudenbergse deze optie met beide handen aan. Na veel mond-tot-mond-reclame groeide het aantal leerlingen binnen de kortste keren. ,,Ik heb mijn didactische vaardigheden en gaf in Nederland al Engels aan de Plus-klas, dat lukt hier prima.”

Ze toont de folder die ze hiervoor maakte. Ook op haar website vinden ouders de particuliere lessen die Mariëtte nu kan geven. Dat zijn de vakken Engels, Duits, Nederlands, wiskunde, schaken en dwarsfluiten. ,,De meesten komen bij mij thuis, maar ik kan ook bij leerlingen aan huis komen. In de zomer organiseer ik projecten, want de kinderen hebben hier wel drie maanden vakantie.” Ze geeft de lessen na schooltijd, na vier uur tot een uur of negen in de avond. Geert werkt in de ochtend of in de middag en avond. Het internet is in Spanje uitstekend voor elkaar, met glasvezelverbinding.


ROES EN SIËSTA De eerste maanden van het verblijf in Santiago ervaarden Geert en Mariëtte als een soort roes. Ze hadden weinig tijd om überhaupt aan hun geboorteland te denken. Elke maand schreven ze een stukje in hun blog, om familie en vrienden te vertellen over hun belevenissen. ,,In het begin ben je om de haverklap aan het bellen met allerlei mensen uit Nederland.” De woning die de twee in Hilversum hadden, is al lang en breed verkocht. ,,Want het voelde in Santiago al meteen warm en goed.”

Ze wijzen op een aantal relevante verschillen. Hoewel er geen tijdsverschil is met Nederland, ligt hun woonplaats flink verder naar het westen, qua noord-zuider lengtegraad zelfs onder Ierland. De zon komt er een uur later op en gaat een uur later onder. De werkdagen zijn er van 10.00 tot 14.00 en van 16.00 tot 20.00 uur. Daartussen zit een stevige middagpauze, de befaamde siësta. ,,Dan gaat iedereen even naar huis en zijn alle bedrijven en winkels dicht. Dan eten we en ga je soms lekker een half uurtje slapen. Of je maakt even een wandeling.”

Soms vinden de Daudeys het een beetje jammer dat het voormalige thuis niet vlak bij de deur is, om even snel bij iemand langs te gaan. ,,Een paar jaar geleden kreeg Mariëttes vader een hersenbloeding. Dan wil je eigenlijk meteen naar hem toe. Dat is wel even moeilijk”, zegt Geert.

Zijn echtgenote wijst erop dat de afstand goed te overbruggen is, want het is immers maar twee en een half uur vliegen. ,,Dat is fijn. Soms wil je je vriendinnen even echt ontmoeten en niet via de computer of de telefoon. In de coronatijd zijn we een jaar niet in Nederland geweest. Dan mis je dat wel. Tegelijk hebben we hier al een flink netwerk opgebouwd, dat zou ik voor geen goud willen missen. Dat zijn stuk voor stuk lieve mensen. Het voelt ook een beetje als familie.” Geert voegt toe dat hij het prettig vindt als Nederlanders op bezoek komen en meestal een aantal dagen blijven. ,,Je bent langer bij elkaar en maakt elkaar anders mee. Op die manier krijg je onderling meer verdieping.”


BACH EN HAGELSLAG In het begin misten de twee op hun nieuwe woonplek het concertbezoek, omdat ze in Hilversum gewend waren om vrij frequent naar klassieke concerten te gaan. ,,Hier heb je flamenco of andere dansbare muziek, maar als je zoekt naar Bach of moderne componisten als Poulenc, dan vis je hier achter het net. Vermoedelijk moet je hiervoor naar Madrid, maar dat is 500 kilometer landinwaarts. Geert was er een keer voor een congres.”

Mariëtte mist de hagelslag op haar boterham, maar vond een uitstekend alternatief. ,,Dan koop ik een blok chocola en die rasp ik.” In Santiago is wel ´Old Amsterdam´ kaas te koop en de lokale kaas is er niet te versmaden, laat Mariëtte weten. Ze benadrukt dat zij en Geert enorm genieten van de verse vis die er te koop is. Daardoor kunnen ze zich tegoed doen aan delicatessen als inktvis. ,,De visboer komt hier twee keer per week aan de deur en de prijzen zijn heel goed. Als je hier als Nederlander op vakantie bent, kun je hier als God in Frankrijk leven, maar dan in Spanje (lacht).”

Zolang het mogelijk is, blijven Geert en Mariëtte voorlopig in Santiago de Compostella wonen. ,,Adios!”

,,Tijdens de siësta ga je soms lekker een half uurtje slapen. Of je maakt even een wandeling in de natuur.''
,,Ons netwerk hier voelt ook een beetje als familie. Het zijn stuk voor stuk lieve mensen.''
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding