Mien van Kolfschoten en Willem Hoek op gepaste afstand van elkaar.
Mien van Kolfschoten en Willem Hoek op gepaste afstand van elkaar. Fotoarchief familie Hoek-van Kolfschoten

‘Boost van Flipje na een dipje’

26 augustus 2021 om 14:41

Deel 21F door Ot Beigelsteijn


Het was vaak op zondagmiddag dat Mien haar vriendinnen naar de Henschoterbossen bij het vennetje bracht en dan op een heuvel wachtte tot die met hun vriendjes klaar waren met ‘bosbessen plukken’ of 'dennenappels rapen'. Mien werd toen vaak verweten dat ze net zo lang zat te wachten totdat de ‘ware Jacob’ vanzelf voorbij zou komen.

En die kwam! Niet langs, maar hij bezorgde een brief in de Uitleg. En uitgerekend die met dat dat blauwe en bruine oog. Willem Hoek heette hij. En hij was goed voor drie jaar verkering tussen de grutjes, groene zeep en klompen!


In juni 1925 mochten Mien en Willem samen op vakantie van Dirk en Kee. Dat was modern in een orthodox Wombargs boerengezin. Naar de Westerbouwing. Een plek die al eeuwen bestond maar pas sinds 1876 een toeristische trekpleister was geworden.


Zij zullen zich ongetwijfeld hebben vermoeid op de tientallen meterslange toegangstrap vanaf de Rijn (heren voor was toen nog geen item, want de rokken van de dames hingen in die tijd toch tot op de enkels en als ze vielen dan kon men ze beter maar opvangen!) en genoten hebben van de faciliteiten die het park te bieden had als ook van de stoomrondvaartboot en een hypermodern ding als de elektrische tram van en naar Arnhem.


Op 8 april 1926 huwde dochter Mien zowaar met Willem Hoek met de twee kleuren ogen. Zij kregen inwoning bij Dirk en Kee. Misschien was dat toen wel achter die eerder vermelde tweede voordeur.


De broer van Mien, Anton, is op 22 april 1926 in Scherpenzeel op vierentwintigjarige leeftijd getrouwd met de even oude Renswoudense Reijertje Geijtenbeek. Twee huwelijken in één maand tijd. Een echte vent aan de Poort kon toch zeker niet achterblijven!


In 1929 overleed Kee van Kolfschoten, 68 jaar oud. De complicaties aan haar benen hadden waarschijnlijk te veel van haar lichaam gevraagd. Dit was gelijk het begin van de crisistijd. Een jaar later werd zoon Dirk van Mien en Wim geboren. Toen waren er twee Dirkjes aan de Uitleg. Dat was het moment waarop het jonge gezin een ander onderkomen moesten zoeken. Wat was het geval? Anton en Reijertje kwamen in het huis bij de oude Dirk wonen en Mien en Willem moesten eruit. 


Een andere boerderij was nergens te vinden en zo kwamen Mien en Willem op 13 september 1930 terecht in een kruidenierswinkel in Ermelo waar ze tot in 1958 zijn gebleven.


(vervolg in deel 21G)


Bronnen: W.A. Hoek-van Kolfschoten, wikipedia.nl