De ridderhofstad Geerestein in de 17e eeuw.
Naar de teekening van R. Rohman. Museum Teyler, Haarlem. (Afgedrukt in: dr. GH Kurtz, 'Woudenberg en Geerestein', in: Jaarboekje van ,,Oud-Utrecht
De ridderhofstad Geerestein in de 17e eeuw. Naar de teekening van R. Rohman. Museum Teyler, Haarlem. (Afgedrukt in: dr. GH Kurtz, 'Woudenberg en Geerestein', in: Jaarboekje van ,,Oud-Utrecht", 1934) Fotoarchief Oud Woudenberg

‘De Schans aan zijn lot overgelaten’

26 augustus 2021 om 14:39

Deel 7E


Zoals in het vorige deel vermeld was Judith de dochter van jonkheer Willem Bentingh (of Bentinck) en Geertruyt van Zuylen van Nijevelt. Geertruyt was een dochter van Jacob van Zuylen van Nijevelt en zijn tweede vrouw Judith van Renesse. De vererving van Geerestein liep echter via de kinderen van zijn eerste vrouw Theodora van Duvenvoirde Wassenaar, met name hun zoon Arend. Hij was de bouwer van kasteel Geerestein in de vorm zoals wij het nu nog kennen.


BENTINCKLIJN Waarschijnlijk een kleinzoon van hem, die ook Arend heette, werd aan het begin van de 17e eeuw met het kasteel en landgoed Geerestein beleend. En dat was dus juist precies in de tijd dat Judith Bentingh, die vanuit de Bentinck-Berenkamplijn de Schans beheerde, haar verzoek aan de Staten inzake de schadevergoeding indiende.


Na het schrijven van de eerste delen kwamen nieuwe historische feiten aan het licht. Deze zijn vervat in één alinea welke achteraf is toegevoegd aan hoofdstuk 4C en onderstaand wordt herhaald om enige verbanden te verduidelijken. 


AANVULLING Volgens archivaris Wim Hoogeland, beheerder van de archieven van de familie Bentingh(ck), hoort vader Willem Bentingh thuis in de tak Berencamp, omdat er verder binnen geen enkele tak van de familie een Willem voorkomt met een dochter Judith. De Berencamp was van oorsprong een ommuurd en versterkt huis ten noorden van Nijkerk nabij Salentijn, dat vanaf 1479 door de familie Bentingh(ck) werd beheerd. Later werden beide huizen met elkaar verbonden. Zo kwamen nazaten in de omgeving terecht zoals ook in Oldebroek, waar Judith werd geboren. Er zijn meerdere genealogieën bekend van de familie Bentingh waarin de gegevens van jaartallen en nakomelingen elkaar meermalen tegenspreken. Vooralsnog wordt het document uit het archief van de familie aangehouden. Het zal voor Willem op de Schans geen permanente bewoning zijn geweest, hij zal zijn domicilie regelmatig hebben gewisseld met de Berencamp en Oldebroek. (einde aanvulling)


Het normale leven op de Schans, of de Poort genoemd, begon na 1606 weer een aanvang te nemen. Er werd ook weer recht gesproken op de Schans, naast de rechtspraak in het gerechtshuis aan de Voorstraat. Dit kwam omdat Arend in 1614 kans had gezien om gerecht Geerestein weer los te weken van het gerecht Woudenberg en daarom de lagere rechtspraak op zijn eigen landgoed uit te oefenen. Ook de schout van Geerestein woonde destijds op de Schans ofwel de Poort.


EROSIE Er kwam nu een tijd waarin de Schans min of meer aan zijn lot werd overgelaten en de verwaarlozing toesloeg. Van de voorwaarden om de courtines en de bastions in conditie te houden kwam niet veel terecht. Door erosie kalfden de courtines af en werden steeds lager terwijl de scherpte van de belijning langzamerhand verdween. Het op diepte houden van de schansergracht was er niet bij. De strategische ophaalbrug aan de zuidkant van de Schans zal de facetten van het vertegenwoordigen van en voldoen aan regels van krijgskunde waarschijnlijk hebben verloren. Veel later in de geschiedenis, in 1826, zou de noordelijke gracht van de Schans zelfs worden gedempt. Maar daarover later meer.


Voor de lezer van nu: De aanblik van de Schans in de 21e eeuw is bedroevend in vergelijking met de oorspronkelijke vorm. Afgezien van het egaliseren van het noordelijke gedeelte en het dempen van de noordelijke gracht zijn ook de eigenlijke vormen van het zuidoostelijke bastion verdwenen en wat nog over is kalft steeds verder af. Van de oorspronkelijke pijlvorm met een saillant in het midden en beide facen is niets meer overgebleven.


BASTIONS Hoe hebben de bastions eruit gezien? Het midden van het bastion liep in een scherpe punt naar voren. Dit is de saillant. De facen zijn de twee schuine kanten die de punt vormen. Voor de partij die het saillant bemant is een saillant een bron van grote zorg. De vijand kan immers van drie kanten aanvallen. Bij saillanten die nog verder uitstulpen kan de vijand de troepen in het saillant zelfs afsnijden en omsingelen. Nu waren de drie bastions op de Schans niet uitzonderlijk groot.

(vervolg in deel 7F)


Bronnen: Jubileumboek, wikipedia, P. Koekkoek, docplayer

Voorbeeld van een dubbel bastion. De drie bastions van de Schans waren van gelijke vorm maar beduidend kleiner van afmeting.