Pot Gelria appelstroop die in grote verpakkingen werd aangeleverd.
Pot Gelria appelstroop die in grote verpakkingen werd aangeleverd. Marebrug.com

‘Pandemonium aan de Poort’

10 augustus 2021 om 13:29

Deel 21D door Ot Beigelsteijn


Wat ook in de herinnering van Mien is blijven hangen is dat in 1916 freule Cor, de tweede dochter van burgemeester De Beaufort, die getrouwd was met Erwin baron van Asbeck, voor een aantal jaren op Huize Nieuwoord kwam wonen. De baron was bij de marine en moest naar Nederlands-Indië. Daar liep hij een aandoening aan zijn ogen op. Tijdens zijn afwezigheid werd er een zoon op Huize Nieuwoord geboren. Later heeft deze halfblinde vader zijn zoon met ondersteuning van de gouvernante ten doop gehouden terwijl Mien zat te huilen op de galerij, zo erg vond zij dat.


Mien vermeldt nog in haar memoires dat ze zich de mobilisatietijd voor de Eerste Wereldoorlog nog herinnerde, die toen voor Nederland gelukkig niet tot een oorlog kwam. Ze hoorde nog omroeper ‘Jan van Otje’ die met zijn koperen bord en flinke hamer aankondigde dat Greetje de Beaufort (de derde dochter die toen nog thuis bij haar vader woonde) de mangelkamer beschikbaar stelde om door de Woudenbergse bevolking sokken, truien en bivakmutsen voor de militairen te laten breien. Mien zelf kon ’s middags en ’s avonds niet omdat ze dan op de winkel moest passen. Er bestond namelijk nog geen winkelsluitingswet.


Tijdens de eerste wereldoorlog werd Kee plotseling geconfronteerd met een verhoogde omzet aan appelstroop. Dat had er mee te maken dat er door de regering tijdelijk geen accijns op suiker werd geheven. Daardoor kon Dirk ook wat meer suikerbieten gaan produceren en dat betekende meer stront op het land. En meer stront, meer koeien en dus meer melk en boter. Dat waren de economische wetten van de boer. En aangezien Woudenberg’s burgemeester J. B. de Beaufort daar driftig een handje aan meehielp stemde dat Dirk en Kee tot tevredenheid.


Er werd in de winkel lange dagen geploeterd. Winkelsluitingstijd bestond niet in die dagen. Achter het winkeltje was een kamertje met plankenvloeren waar ’s zondags een kleed op werd gelegd, wat op maandagochtend weer naar boven verhuisde. Wanneer de winkeldeur werd geopend rinkelde er een bel die in beweging werd gezet door een touwtje met een gewichtje aan het eind daarvan. Die constructie zorgde er ook voor dat de deur vanzelf dichtviel.


Van Anton is niet zoveel bekend. Was het zo’n rustige puber of leek dat maar zo. Hij was natuurlijk een paar jaartjes jonger dan Mien en werd mogelijk door haar gedomineerd.

Van schelmenstreken was hij in ieder geval niet te betichten.


(vervolg in deel 21E


Bronnen: W.A. Hoek-van Kolfschoten, Archief Oud Woudenberg