Voorrede
Voorrede Fotoarchief fam. Van Asbeck

‘Wie items schrijft die blijft’

1 december 2020 om 08:06

Deel 7D


Gedurende zijn loopbaan had Erwin zich toegelegd op technisch-wetenschappelijk gebied. In dat kader schreef hij een tweetal rapporten voor defensie. Beide stukken werden gepubliceerd in het Marineblad Orgaan der Marine-Vereeniging. Waarschijnlijk heeft hij deze rapporten geschreven in de tijd dat hij in Nederlands-Indië verbleef, waarvan de eerste wellicht al voor een deel in Den Haag of zelfs op Nieuwoord.


VISIE Het eerste rapport is gepubliceerd in de uitgave 1915/1916 per 1 januari 1915, jaargang nr. 30 vanaf bladzijde 353 en telde in zijn geheel 23 pagina’s. De titel was: ‘Zullen onderzeeboten een overwegend deel uitmaken van de Oorlogsvloten der toekomst?’ Het uiteenzetten van zijn visie had naar verwachting te maken met de tewaterlating in 1914 en in dienststelling in 1916 van de eerste Nederlandse duikboot K1 die voor de Koloniën was gebouwd. De eerste voor de Nederlandse Marine gebouwde duikboot was al eerder aan het ruime sop toevertrouwd en dateerde al van 1906.


Het tweede rapport stond in de uitgave 1917/1918 per 1 januari 1917 (gepubliceerd toen Erwin alweer driekwart jaar in Nederland was teruggekeerd) in de 32e jaargang. Deze keer waren het 40 pagina’s, die begonnen op bladzijde 224 met de titel: ‘Pleidooi voor korten levensduur van oorlogsschepen’. Uitgerekend in de tijd van aanloop naar de ontwikkeling van een 21.000 tons slagschip met kanonnen van 30,5 of 34 cm. Misschien mede door het rapport van Erwin had de leiding van de Koninklijke Marine zijn twijfels over deze vorm van verdediging van Nederlands-Indië en werd later in de Tweede Kamer het gehele plan met één stem verschil afgeblazen.


VERTELLING In 1921 heeft Erwin nog een kerstvertelling ter gelegenheid van het kerstfeest voor zijn kinderen geschreven getiteld: ‘Een kerstnacht in de Indische bergen’.


Zijn grootste verdienste ligt echter in het boek waaraan hij een belangrijke bijdrage heeft geleverd en dat door P.J. Blok is geschreven als een biografie over Michiel Adriaanszoon De Ruyter. Het is in 1928 door Martinus Nijhoff uitgegeven.


Hetzelfde geldt voor het boek Admiraal De Ruyter ‘De zeeslag op Schooneveld’ in juni 1673, door Kapitein-Luitenant-ter-zee J.C.M. Warnsinck, eveneens door Martinus Nijhoff in ’s-Gravenhage uitgegeven, maar dan in 1930.


Het ‘De Ruyter Fonds’, opgericht in 1907 als voortvloeisel uit de werkzaamheid van de Historische Commissie voor de De Ruyter herdenking in 1906 om tot ‘de uitgave van eener nieuwe levensbeschrijving van De Ruyter’ te komen, was één van de drie pijlers onder de realisatie van deze prachtige uitgave. Herman Erwin baron van Asbeck was één van de leden die hierbij ten diepste betrokken was.


TAAK De rol die Erwin, toen als Luitenant-ter-zee, daarbij vervulde was dat hem de taak ten deel viel om Dr. H.T. Colenbrander, die was gevraagd om een wetenschappelijke levensbeschrijving van onze grootste zeeheld samen te stellen, ,,bij te staan” ten opzichte van de ,,strategie, de scheeps- en gevechtstechniek” in de geleverde zeeslagen en zo mogelijk een ,,technisch-militaire” aanvulling te geven ten einde ook in deze richting van de eisen van onze tijd te voldoen.


Samensteller Blok steekt niet onder stoelen of banken hoeveel waardering hij heeft voor Herman Erwin baron van Asbeck. Gedurende de laatste jaren van diens leven zegt hij herhaaldelijk kennis te hebben genomen van de vrucht van diens arbeid en dat Erwin’s manuscript lange tijd de basis is geweest van zijn studie. Blok schrijft dat mede door hem zijn liefde voor zeegeschiedenis is gerijpt en voor hem de reden is geweest zijn boek aan Erwin van Asbeck te wijden.


OOGZIEKTE Erwin leed al een respectabel aantal jaren aan een oogkwaal die verergerde en toen als ongeneeslijk gold. Blok spreekt in zijn voorrede zelfs van een noodlottige ziekte. Een kwaal die tenslotte tot zo goed als algehele blindheid leidde. Belangrijke tekenen deden zich al voor toen hij begin 1913 naar Nederlands-Indië vertrok. Mogelijk heeft deze oogziekte geleid tot een vervroegd vertrek uit Sabang in 1916.

(vervolg in deel 7E)


Bronnen: Delpher.nl, wikipedia, F. van Asbeck

Boek van J.C.M Warnsinck over het leven van Michiel Adriaanszoon De Ruyter waaraan Erwin van Asbeck heeft bijgedragen.