‘Nieuwoorder in een ver oord’
30 november 2020 om 15:19;Deel 7C
De kleine Carel Erwin werd gedoopt door dominee Kleywegt zonder dat zijn vader daarbij aanwezig was. Trots toonde Cor op een foto, gemaakt in één van de kamers van Huize Nieuwoord en te midden van haar andere kinderen, van links naar rechts Frederik Willem Alexander (Will, geb. 22 mei 1908), Hendrik (Henk, geb. 26 mei 1909), dochter Cornelia Maria (Cox, 7 mei 1912) en Johannes Bernardus (Jan, geb. 5 januari 1911), die een bekend architect zou worden; Erwin jr. in de vintage doopjurk met opengewerkte broderie kanten ruches.
BAADJE Jan loopt nog in een rokje, wat heel normaal was voor jongens uit die tijd. Er zijn meerdere foto’s van telgen uit de familie De Beaufort bekend die tot hun derde jaar een rokje droegen. Boven de rok of broek werd vaak een matrozenoutfit gedragen al of niet met koorden of neponderscheidingstekens. De matrozenkraag, bij de marine ook wel baadje genoemd, maakte het jongenskostuum af. Hoewel meisjes het uniform met bijbehorende kraag ook wel kregen aangemeten, maar dan in jurkvorm, de zogenaamde ‘sailor dress’. Cox was daar blijkbaar nog niet aan toe!
Niemand wist toen nog dat Erwin junior net als zijn vader een officiersrol bij de Koninklijke Marine zou gaan vervullen het tot rang van kapitein-ter-zee zou brengen, met functies als chef Marine Verbindingsdienst, staflid van de Supreme Allied Commandeur Atlantic, raadsadviseur van het Ministerie van Algemene Zaken en later directeur van de BB.
POMPADOUR De haardracht van Cor hield het midden tussen wat men toen ‘de kleine Pompadour-stijl’ noemde (het haar aan de zijkanten omhooggewerkt) en de curtaindracht (de scheiding in het midden).
Het blijkt dat Huize Nieuwoord eind 1913 in meerdere ruimten al geëlektrificeerd was gezien het ronde in bakeliet (uitgevonden in 1907) uitgevoerde schakelaartje en het drukknopje op de afdeklijst van het deurkozijn.
Op 2 december 1915 wenste zoon Will, die dan pas 7 jaar oud is, zijn vader in Nederlands-Indië in een persoonlijke brief ‘‘…een heel gelukkig nieuwjaar…’’ en spreekt de hoop uit dat hij ‘‘…in 1916 gauw bij ons terug komt…’’
Dat terugkomen is waarschijnlijk in het voorjaar van 1916 gebeurd want Erwin staat op een foto, gedateerd in de zomer van 1916, die genomen is in Bergen in Noord-Holland.
TERUGVERHUISD Ook bestaat er een briefje gedateerd 1 januari 1917 van Will waarin hij zijn grootvader J.B. de Beaufort (geboren 2 januari 1847) feliciteert met zijn verjaardag. In datzelfde briefje schrijft hij ook dat hij voor kerst samen met zijn broer Henk aan zijn vader (Will) een glas gegeven heeft. De familie woonde toen in de Delistraat 43 in Den Haag. Dit gegeven houdt in dat, mocht het zo zijn dat Erwin bij zijn terugkomst zich eerst bij zijn gezin op Nieuwoord heeft gevoegd en daar nog enige tijd heeft verbleven, de familie toch inmiddels Huize Nieuwoord alweer had verlaten en als compleet gezin was terugverhuisd naar Den Haag.
In het jaar daarop kwamen de Van Asbecks in het telefoonboek onder Woudenberg al niet meer voor als abonnee van het Staatsbedrijf van de Post, Telegrafie en Telefonie, zoals dat tot 1928 zou heten.
LINSCHOTEN VEREENIGING De naam van Herman Erwin, baron van Asbeck prijkte ook jarenlang op de ledenlijst van de Linschoten Vereeniging. De Linschoten-Vereeniging werd op 7 maart 1908 opgericht door een aantal historici, zakenlieden en oud-zeevarenden die zich bijzonder interesseerden voor het reisverhaal in het algemeen. En dat leek Erwin wel wat. Zeker na zijn twee avonturen in Nederlands-Indië. En in het bijzonder dat verhaal met die bezem!
Als huisadres gebruikte hij steevast zijn adres op Huize Nieuwoord zoals dat ook vermeld staat op de ledenlijst van 31 december 1913 alsmede 1914 en 1915, ook al verbleef hij in Nederlands-Indië.
Op 26 januari 1918 werd nog een nakomertje in Den Haag geboren, Gerald Ferdinand, die gewoon Gerald genoemd zou worden.
(vervolg in deel 7D)
Bronnen: Delpher.nl, A.C. Woldringh-Renes, Geneanet, F. van Asbeck. L.F.E. Eschauzier, wikipedia
