Boerderij Groot Egdom gelegen aan, maar op afstand van de Lambalgseweg
Boerderij Groot Egdom gelegen aan, maar op afstand van de Lambalgseweg Fotoarchief Oud Woudenberg

'Zorgvuldig gekozen slachtoffer'

29 oktober 2018 om 14:23

Serie 3 deel 2 door Ot Beigelsteijn

Een klein stukje van de voorgeschiedenis: Gerrit Hermanszn. trouwt in 1618 in Scherpenzeel met Anna Jansen. Hij koopt in 1653 samen met Cornelis Ariszn. het goed Egdom van het Kapittel van Oud-Munster. Zij zijn de oudste stamvaders van de families met de achternaam Van Egdom. Het aandeel van Comelis Arisz omvatte de boerderijen Egdom het Eerste (thans Lambalgseweg 13) en Klein Egdom(bij Oudenhorst, afgebroken in 1895 bij de aanleg van de spoorlijn Amersfoort- Kesteren). Het andere deel was eigendom geworden van Gerrit Hermansz. Dit was Eicdom het Tweede, later aangeduid met de naam ,,Groot Egdom".

De bewoners in 1930 en ook de huidige bewoners van ,,Groot Egdom" zijn nazaten in de tiende lijn van Gerrit Hermanszn. van Egdom.

Het uitkiezen van een ,,slachtoffer" verliep niet geheel op rolletjes. Na een half jaar van zoeken vonden Piet Ederveen en Gerrit Jan Vermeulen dit slachtoffer in de boer op ,,Groot Egdom", ver van de dichtstbijzijnde grote weg. Er werd later gefluisterd dat ze daarbij hulp hadden gehad van een informant uit Scherpenzeel die op dezelfde fabriek in Zeist werkte als zij.

Boer Van Egdom met zijn gezin zat er volgens informatie warmpjes bij daar op zijn hofstede, veilig verscholen achter de dijk van de spoorbaan bij Woudenberg, waar de stoomtrein tussen Kesteren en Amersfoort met grote regelmaat en al vuurspuwend met een traag 'tante-catoooo-geluid' overheen tufte. Het was een belangrijke spoorlijn, die namelijk Amsterdam als hoofdstad met het daarmee vergeleken Keulen in Duitsland verbond.

En omdat boer Van Egdom het daar nog nooit had horen donderen was hij de rust zelve. Maar daar zou spoedig verandering in komen.

In de donkere nacht van dinsdag op woensdag (van 4 op 5 februari 1930) trekt het overvallersduo er na een gedegen voorbereiding op uit om het hachelijke avontuur aan te gaan. Kort nadat zij besluiten tot de daad over te gaan durven zij op het ,,moment suprême" niet door te bijten omdat ze onverwacht worden afgeschrikt door oma Van Egdom die met de fiets thuiskomst vanuit Scherpenzeel. Ze gaan weer weg en besluiten de volgende dag hun grote slag te slaan.

Kort na middernacht wordt de avontuurlijke tocht in koelen bloede aanvaard. Geen regen of sneeuw en aan de lucht prijkt een half maantje. Het tweetal laat hun rijwielen achter bij een onbewaakte overweg achter de boerderij op nauwelijks een minuut afstand van het ,,plaats delict"; in politiejargon een uitdrukking voor de plaats waar het misdrijf plaats vindt of de omgeving waar mogelijke sporen tot oplossing van het delict moeten leiden.

(vervolg in deel 3)