'College is uitgegaan van reëel scenario'

WOUDENBERG - Tijdens de commissievergadering van 4 december was er veel discussie over de vraag of de door het college aangegeven financiële risico’s voor lopende en toekomstige woningbouwprojecten reëel zijn, vooral in relatie tot de economische crisis. De SGP deelde absoluut het optimisme van het college niet. Een reden om wethouder Gijs de Kruif om een toelichting te vragen.

door Joke van der Heide

Jan Mulder van de SGP riep het college op om als ondernemer te schakelen en het woningprogramma op een andere manier aan te jagen. Hij had op één A4tje berekend dat de gemeente voor 13 miljoen aan grondposities had uitstaan. Wethouder Gijs de Kruif: ,,Een verschil tussen de SGP en het college is dat wij de risico’s benoemen in percentages, terwijl de SGP dit in cijfers laat zien. Hierdoor lijken de risico’s groter. Ik kan eigenlijk zeggen dat Jan Mulder een voorschot heeft genomen op de aanbevelingen van de Rekenkamer. Vanaf juni 2014 zullen wij bij de behandeling van de Kadernota 2015 op een vergelijkbare manier, alleen met meer gegevens, een financieel overzicht toevoegen. Dit is toegezegd aan de raad en leidt tot een nieuwe manier van financiële verantwoording, waarbij de kadernota een belangrijkere rol gaat spelen.”

Raad beslist

Het volgende punt is dat de SGP het risico groter acht dan het college. ,,Wij zijn van mening dat de bodem van de woningmarkt is bereikt en dat de toekomst er iets positiever uit ziet dan de SGP schetst. In onze mening worden wij versterkt door marktpartijen als de notaris, makelaar en aannemer. Wij betreuren het dat de twee kavels van de Amalialaan niet door zijn gegaan, maar hebben inmiddels wel zeven nieuwe opties lopen", zegt de wethouder.

,,Een ander belangrijk punt dat ik wil maken is dat 13 miljoen euro aan grondposities veel lijkt. Maar het gaat dan ook om veel gronden, waarbij de grond ook zijn waarde blijft houden als het niet op de verwachte datum verkocht wordt. Het grootste risico dat de gemeente dan loopt is het renteverlies en dan alleen op de niet verkochte gronden. Tot slot kan ik alleen maar concluderen dat het college met de grondexploitatieberekeningen niet is uitgegaan van een worst case of een best case scenario, maar van een reëel scenario. Het antwoord is donderdag aan de raad.”

Woudenberg Oost

Nieuwe marktomstandigheden hebben voor het college geleid tot een nieuwe manier van werken en verantwoording. Zij gaan organisch ontwikkelen. Dit betekent dat op het moment dat het project Groenewoud nog niet geheel verkocht is, de eerste fase van woningbouw in Woudenberg Oost wordt uitgesteld en zo wordt er van deelproject tot deelproject een afweging gemaakt. Deze nieuwe manier van werken leidt ook tot een nieuwe manier van grondexploitatie berekeningen. ,,Wij gaan werken vanuit cashflowmanagement. Dat wil zeggen dat wij ieder jaar bekijken wat er is uitgegeven en binnengekomen. Aan de hand van deze tussenstand worden de risico’s jaarlijks afgewogen en keuzes gemaakt."

De officiële start van het project is feitelijk niet nieuw, maar conform de structuurvisie. ,,Het is een mooi project. Woudenberg is één van de weinige gemeenten binnen de provincie Utrecht, die zo mag uitbreiden. Dit betekent dat ons dorp er in 15 jaar 2.500 inwoners bij kan krijgen. Dit is goed voor de middenstand en het dorpscentrum. We starten met de ontwikkeling van het bedrijventerrein. Daar is behoefte aan en er ligt een afspraak met de provincie. De gemeente heeft subsidie gekregen bij het vertrek van Primagaz met de verplichting om te starten met bouwen voor 1 januari 2015. Toch snap ik dat 489.000 euro een groot bedrag is, zeker in relatie tot de bezuinigingsdialoog. Dat staat er echter los van. De bezuinigingsdialoog heeft als doel een dreigend te kort op de jaarlijkse begroting op te vangen. Terwijl het voorbereidingskrediet een eenmalige investering is, die als het goed is terugverdiend wordt door de ontwikkelingen in Woudenberg Oost. Het bedrag wordt gedekt uit de algemene reserve en heeft geen invloed op de begroting.”