‘Gemeente is niet gewend in coproductie te werken’
17 januari 2012 om 00:00 AchtergrondDe Wmo adviesraad bestaat sinds 2004. Zijn taak is het college gevraagd en ongevraagd te adviseren over alle mogelijke vraagstukken op het gebied van maatschappelijke ondersteuning. De adviesraad bestaat uit elf vrijwillige vertegenwoordigers van de ANBO, het gehandicaptenplatform Woudenberg, het Platform Kerken, de PCOB, jeugdorganisaties en op persoonlijke titel.
Tijdens het gemeentelijke herindelingplan om Woudenberg samen te voegen met de gemeenten Scherpenzeel en Renswoude heeft de Wmo adviesraad op een laag pitje gestaan. Dit plan is inmiddels van de baan. Dat geeft de Wmo adviesraad de kans zich vol nieuwe energie te richten op zijn taken. De Wet maatschappelijke ondersteuning trad in 2004 in werking, als opvolger van de Wet voorzieningen gehandicapten. De Wmo omvat een wettelijk takenpakket van negen prestatievelden, te weten het vergroten van de leefbaarheid in de gemeente, het ondersteunen van jongeren en ouders, het geven van informatie, advies en ondersteuning, het ondersteunen van vrijwilligers en mantelzorgers, het zorgen dat mensen met een beperking mee kunnen doen en het verzorgen van voorzieningen voor mensen met een lichamelijke beperking. De zorg voor opvang voor mensen met problemen zoals huiselijk geweld, de openbare geestelijke gezondheidszorg, opvang voor daklozen en de opvang en zorg voor mensen met een verslaving vallen onder het aandachtsveld van Amersfoort als centrumgemeente.
Voor de uitvoering van de Wmo kan de Woudenberger terecht bij loket de Kleine Schans. Informatie over uiteenlopende zaken op maatschappelijk gebied is zo te verkrijgen op één plek. Voor sociale problemen, financiële zaken en psychische vraagstukken hebben de loketbeheerders wegkennis in huis. Zo wordt de Woudenberger bij een stapeling van problemen sneller en adequater geholpen om de weg te vinden in het doolhof van hulpverleningsinstanties.
Wmo adviesraad
De Wmo adviesraad bestaat uit elf vrijwilligers. Zeven vrouwen en vier mannen geven vanuit hun deskundigheid met betrekking tot maatschappelijk welzijn gevraagd, maar ook ongevraagd advies aan het College van b&w. Met behulp van deze adviezen heeft het college de Perspectiefnota Wmo gemaakt. Dit is een basisplan, waar uitvoeringsplannen uit voortkomen. Bij de start van de Wmo is afgesproken dat het college in coproductie met de Wmo adviesraad beleid ontwikkelt. Volgens roulerend voorzitters Beumer en De Ronde zijn de verhoudingen en overlegmogelijkheden tussen de adviesraad en de gemeente goed te noemen. Regelmatig wordt overlegd met Pieter de Kruijf als verantwoordelijk wethouder en de gehele afdeling Beleid. ,,We merken dat de gemeente niet gewend is in coproductie te werken’’, merkt Rijk Beumer op. ,,De afgelopen vier jaar is er al iets verbeterd, maar de gemeente is gewoon niet gewend om de Wmo adviesraad overal bij te betrekken. Wij verstaan onder coproductie dat er helderder wordt gecommuniceerd en dat verwachtingen niet alleen worden uitgesproken, maar ook waargemaakt. Een geoliede coproductie vergt een cultuurverandering binnen de gemeente. Een dergelijke ommezwaai in denken en handelen kost tijd. In 2013 of uiterlijk 2014 zal de gehele AWBZ opgenomen worden in de Wmo. Al deze extra taken komen dan onder gemeentelijke verantwoordelijkheid te liggen. Maak dan nu je borst maar vast nat.’’
De gemeente heeft een inspanningsverplichting voor de Wmo en krijgt daar van het Rijk een vaststaand budget voor. Dit is geen gelabeld geld, dus het bedrag kan naar eigen inzicht worden besteed. In dit kader oefent de Wmo adviesraad een toeziende controlefunctie uit. Een mooi voorbeeld is het advies dat de Wmo adviesraad vorig jaar gaf over het strooien van zout tijdens gladheid. Daar vloeide het gemeentelijk strooibeleid uit voort, een convenant waaraan burgers de gemeente kunnen houden. Verbeteringen naar aanleiding van adviezen van de Wmo adviesraad hangen af van het tijdpad, waarin bij de gemeente bepaalde structuren vast liggen. Een kanteling in de zorg van aanbodgericht naar vraaggericht bijvoorbeeld, kost jaren. Ook hier is een cultuurverandering noodzakelijk.
Binnen de Wmo adviesraad is de naam van Paul Reijenga naar voren gekomen als beoogd nieuwe voorzitter. Volgens Beumer en De Ronde heeft de oud landelijk overvalcoördinator bij de Politie lef, deinst hij niet terug, is hij voor het harmoniemodel, maar schuwt hij conflicten niet. Reijenga wil zich, na benoeming door het college, naar eigen zeggen inzetten en opkomen voor de tijdelijk zwakkeren in de samenleving.
,,Maar ik ben het nog niet, hoor. Moet eerst nog benoemd worden door de gemeenteraad’’, dringt hij aan op zuiverheid van berichtgeving. ,,Ik ben voor transparantie naar alle kanten. Zo voldoet de gemeente website in mijn ogen niet aan het keurmerk. Technisch gezien heeft de site veel beperkingen. Ik denk dat er met minder geld meer en op een betere manier gedaan kan worden.’’
Reijenga gelooft in de kracht van vrijwilligers. ,,Vrijwilligers zijn ambitieuze mensen, die vanuit de beperking van schaarse middelen veel inzet tonen. Vanuit de Wmo adviesraad ben ik van plan veel meer vrijwilligers warm te maken, vooral in het kader van preventie. Als extra lijntje naar een deel van de oudere Woudenbergers ben ik sinds kort ook bestuurslid van de Stichting Welzijn Ouderen geworden. Eigenlijk zou het ‘Ouderen’ eraf moeten, want ik sta in voor het welzijn van iedereen.’’ De ex politieman laat zich niet afleiden door incidenten. Hij voorziet de communicatie richting college goed op gang te kunnen brengen, maar houdt er rekening mee dat de politiek andere keuzes kan maken. ,,Ik spreek liever over adviescommissie, dan is de mogelijke verwarring met de gemeenteraad er niet’’, vervolgt Reijenga. ,,Als de adviescommissie goede adviespunten heeft en weet dat die haalbaar zijn, gaan we tot het gaatje. Democratie is een lastig, maar ook mooi proces. Ik wil draagvlak creëren voor iets dat nog niet bestaat in de samenleving. Het algemeen maatschappelijk niveau moet hoger worden dan dat voor de individuele Woudenberger. Ik vind dat ik daar zelf een bijdrage aan moet leveren.’’ Reijenga heeft plannen klaarliggen om als nieuwe voorzitter van de Wmo adviesraad aanbevelingen te doen over het jongerenbeleid. Deze maand neemt hij al deel aan de communicatietraining van de adviesraad. Na benoeming door het college hoopt hij in februari als voorzitter in functie te zijn.
